Ik had ook liever dat het anders was
- Menno Oosterhoff
- 22 mrt 2024
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 30 okt 2024
Toen ik jaren geleden besloot open te zijn over mijn eigen dwangstoornis en mijn eigen ervaringen ermee te gebruiken in mijn boek, had ik daarover één twijfel.
Hoe zou het zijn voor mensen met deze aandoening te lezen, dat ik er na 45 jaar nog steeds mee worstel? En dat terwijl ik psychiater was en specialist in deze aandoening. Zou dat niet erg ontmoedigend zijn? Want dat het een hardnekkige aandoening is geldt niet alleen voor mij. Kon ik daar eerlijk over zijn?
Die twijfel had me eerder weerhouden, toen ik nog veel meer verstrikt was in de stoornis. Door medicatiegebruik nam dat af en pas toen durfde ik het aan een eerlijk verhaal te vertellen, omdat het niet meer alleen maar hopeloos makend was.
De vraag die ik had was of de erkenning van het lijden wat de dwangstoornis kan geven opwoog tegen het ontmoedigende daarvan. Toen het boek verschenen was kreeg ik vooral reacties, die erop wezen, dat dat wél het geval was. ‘Ik ben zo blij, dat jij het ook hebt’, krijg ik nog steeds vaak te horen. Dan zeg ik: ‘Nou, ik niet’, waarop mensen zich dan haasten uit te leggen, dat ze het anders bedoelen, waarop ik dan weer zeg, dat ik dat wel begreep hoor.
Erkend en gehoord worden in het hebben van een probleem, weten dat je niet de enige bent en dat het niet jouw schuld is, weegt kennelijk meestal zwaarder dan de teleurstelling van bevestigd worden, dat het inderdaad niet makkelijk op te lossen is. Want dat had je toch allang ervaren.
Toen ik een keer ouders bevestigde in hun vermoedens, dat hun kind ernstige problematiek uit het autistisch spectrum had zeiden ze: Eigenlijk hadden we liever gehad, dat we geen gelijk hadden gekregen, maar aan de andere kant hadden we dan geweten, dat het niet klopte.’ Een erkenning rijker, een illusie armer.
Dezelfde aarzeling heb ik ook, als het gaat om euthanasie bij psychische aandoeningen. Je ervoor inzetten, dat mensen met een dergelijke wens ergens terecht kunnen is voor mij een ultieme maar logische stap van hen serieus nemen en het lijden erkennen. Maar erkennen dat het lijden ondraaglijk is en niet te verlichten staat zo haaks op de moed erin houden, wat een andere belangrijke pijler is van ons werk. Bij lichamelijke aandoeningen is de doodswens een gevolg van de ziekte. Bij psychische aandoeningen is het nou juist onderdeel van wat we willen behandelen. Maar daar zit een grens aan.
Begrijp me goed. Ik zal nooit zeggen, dat iemand is uitbehandeld, omdat geneeskunde soms genezen, vaak verlichten en altijd troosten is. Maar er komt een moment waarop het niet eerlijk meer is lichtpuntjes aan te dragen, als iemand vraagt om erkenning van de duisternis. Een moment waarop je erkent, dat het niet te doen is en dat iemand het niet meer kan opbrengen te wachten op een wonder. Want zo groot is de kans op een wonderbaarlijk, onverwachts herstel na jaren ellende nu ook weer niet.
Mijn standpunt wordt me niet onverdeeld in dank afgenomen. Daar heb ik alle begrip voor. Ik had ook liever dat het anders was. Ooit zei een ouder op een forum: ‘Wat Oosterhoff zegt is niet leuk, maar wel waar.’ Toen dacht ik: wat niet waar is, is op den duur nog minder leuk.
Comments