Huisartsen? Ik ben fan!
- Menno Oosterhoff
- 12 feb 2024
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 30 okt 2024
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: ik heb veel waardering voor huisartsen die bereid zijn mensen met een psychische aandoening euthanasie te verlenen, omdat ze het hun patiënt niet aan willen doen jaren te moeten wachten voordat ze terechtkunnen bij het Expertisecentrum Euthanasie.
Huh? En de eigen psychiater dan? hoor ik u denken. Tja, in een eerdere blog, ‘Dan moet de huisarts het maar doen’, bijna drie jaar geleden, sprak ik de hoop uit dat de ggz het meer tot haar verantwoordelijkheid zou gaan rekenen. Als ik zou zeggen dat er wat dat betreft niks gebeurt, zou ik de voorzichtige ontwikkelingen op dit terrein tekortdoen. Maar het houdt niet over.
Op een recent congres van ThaNet, een stichting die als doelstelling heeft de zorg voor mensen met een euthanasiewens te verbeteren, werd pijnlijk duidelijk dat het niet bij alle bestuurders hoge prioriteit heeft. De ggz is nog niet uit de worsteling hoe om te gaan met de vraag naar euthanasie wanneer het niet mogelijk is ondraaglijk lijden door behandeling te verlichten. Dat vraagt dat we niet meer te allen tijde, koste wat het kost de moed erin willen houden, lichtpuntjes zoeken en voor het leven gaan. Als iemand aangeeft daar geen prijs meer op te stellen en niet meer in te geloven, moeten we bepalen of dat reëel is en daar de eventuele consequentie van euthanasie aan verbinden. Geen gemakkelijke keuze.
Daarom heb ik er zoveel respect voor als huisartsen toch die keuze durven maken. Wel voel ik me enigszins beschaamd dat we de moeilijkste beslissing uit ons vak bij hen neerleggen, maar voor de patiënt ben ik allang blij dat er iemand is die hem wil helpen. Misschien dat huisartsen meer dan psychiaters gewend zijn om te gaan met mensen die niet meer beter worden en daardoor eerder durven erkennen dat dat ook bij iemand met een psychische aandoening het geval zal zijn. Een huisarts met wie ik het erover had, dacht dat het ook iets te maken zou kunnen hebben met dat een huisarts meer gewend is in zijn eentje beslissingen te nemen en dat we in de ggz veel in teamverband doen, wat verlammend en/of vertragend kan werken. Daar ben ik het mee eens.
Soms vraag ik me af of ik met stichting KEA, die de belangen behartigt van mensen met een psychische aandoening en een euthanasiewens, niet beter kan streven naar betere ondersteuning van huisartsen hierbij. En betere vergoeding voor hen, want nu is het tijdrovend en liefdewerk oud papier. Andere specialisten doen meestal ook niet zelf euthanasie.
Ik ben daar nog niet uit. Bij lichamelijke aandoeningen is de uitzichtloosheid makkelijker vast te stellen. Eigenlijk vind ik dat juist bij psychische aandoeningen de specialist dat zou moeten beoordelen. Maar als die daar om begrijpelijke (maar daarmee niet per se eindeloos te rechtvaardigen) redenen voor terugdeinst, dan gaat pragmatisme bij mij voor principes. Mijn huidige indruk is dat de huisarts zich sneller ontwikkelt dan de ggz, maar ik kijk het nog even aan.
Maar ik heb oprecht veel waardering voor de huisarts die het aandurft mee te gaan met zijn (meestal haar) patiënt. Als specialist heb ik daar lang voor nodig gehad zover te komen. Zou specialisme pragmatisme in de weg staan? Hoe het ook zij: ik wilde mijn waardering uitspreken voor de steun en inzet van huisartsen in het complexe thema van euthanasie bij psychische problematiek.
P.S. Mijn waardering beperkt zich niet tot dat thema hoor.
Comments