top of page

Doodmaken of alleen laten; meer smaken zijn er niet

  • Menno Oosterhoff
  • 13 sep 2023
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 30 okt 2024

Afgelopen woensdag mochten we ons boek 'Laat me gaan. Euthanasie bij psychische aandoeningen' aanbieden aan minister Kuipers. Dat we daarvoor de gelegenheid kregen is een teken dat de minister (D66) het thema belangrijk vindt en daar zijn we blij mee.


Waarom een boek over euthanasie specifiek bij psychische aandoeningen? Verschilt dat zo van euthanasie bij lichamelijke aandoeningen? Ja. Er zijn meerdere verschillen. Bij lichamelijke aandoeningen is vaak sprake van de keuze tussen een goede dood en een slechte. Bij psychische aandoeningen hebben mensen vaak nog jaren te leven. Het is dan de keuze tussen een goede dood en een hoogstwaarschijnlijk ellendig leven. Of, als iemand zich suïcideert, een slechte dood. Eenzaam, aanmerkelijk moeilijker te verwerken voor nabestaanden, hulpverleners, omstanders, politie en machinisten.


Toch zijn de verschillen minder groot dan weleens wordt beweerd. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat de prognose bij psychische aandoeningen onzekerder is. Maar is dat zo? Zo vaak komt het nou ook weer niet voor dat iemand tegen alle verwachtingen in nog opknapt. Is het niet aan iemand zelf om te bepalen of hij wil wachten op een wonder?


Ook hoor je wel zeggen dat het bepalen van de wilsbekwaamheid ingewikkeld is, omdat die verstoord kan zijn

door de aandoening. Ja, kan, maar heel vaak is dat helemaal niet aan de orde.


Neem de heer Friezema, 75 jaar, met autismespectrumproblematiek1. Heeft in alles altijd sterk op zijn vrouw geleund. Sinds ze is overleden is hij vastbesloten dat hij dood wil. Belandde na een mislukte suïcidepoging in de ggz. Nu al ruim een jaar gedwongen opgenomen. Eenmaal wist hij te ontsnappen en deed hij een zeer serieuze suïcidepoging. Tot zijn spijt werd hij ternauwernood gered. Hij weet heel goed wat hij wil, al meer dan een jaar, en het is heel invoelbaar.


Het bepalen of aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan, is vaak niet zo ingewikkeld. Dus waarom is het dan zo moeilijk iemand te vinden die bereid is euthanasie te verlenen?


Wat complex is, is meestal niet de beoordeling maar het omgaan met de conclusie. Wat moeten we, als we erkennen dat het lijden uitzichtloos is en iemand wil/kan niet meer? We deinzen ervoor terug iemand dood te maken. Liever klampen we ons vast aan nauwelijks realistische behandelmogelijkheden. Of wijzen we naar tekortkomingen van de ggz en van de maatschappij, of naar gebrekkige herstelondersteunende zorg. Alles liever dan erkennen dat de patiënt misschien wel gelijk heeft. Dat zijn leven onleefbaar is en er geen reëel uitzicht is op verbetering. Want dan moeten we kiezen: maak ik hem dood of laat ik hem aan zijn vermoedelijk verschrikkelijke lot over? Toen ik het laatst zo formuleerde op LinkedIn werd een collega boos. Ze vond het aanvallend. Zo bedoel ik het niet. Ik constateer een realiteit.


Een ongemakkelijke realiteit, dat geef ik direct toe. Doodmaken of alleen laten. Meer smaken zijn er niet.


Maar doodmaken: dat kan toch niet? Mag dat wel? Van de overheid mag het. Onder bepaalde voorwaarden, maar het mag. Van de NVVP mag het ook.


Van God? Tja, dat moet ieder voor zich bepalen. Gij zult niet doden is een gebod. Dat heeft mensen er niet van weerhouden om vanwege religieuze verschillen er lustig op los te moorden, maar dat terzijde.


Er is ook nog een ander gebod. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Iemand op verzoek uit uitzichtloos lijden verlossen is een daad uit liefde.


We hopen dat ons boek bijdraagt aan meer begrip voor en mogelijkheid tot euthanasie bij mensen met een psychische aandoening.


Voetnoten

  1. De naam Friezema is gefingeerd.

Comments


bottom of page